Behandelingsmethoden voor trombose omvatten voornamelijk medicamenteuze therapie en chirurgische therapie.Medicamenteuze therapie is onderverdeeld in anticoagulantia, bloedplaatjesaggregatieremmers en trombolytica, afhankelijk van het werkingsmechanisme.Lost gevormde trombus op.Sommige patiënten die aan de indicaties voldoen, kunnen ook operatief worden behandeld.
1. Medicamenteuze behandeling:
1) Anticoagulantia: Heparine, warfarine en nieuwe orale anticoagulantia worden vaak gebruikt.Heparine heeft in vivo en in vitro een sterk anticoagulerend effect, dat diepe veneuze trombose en longembolie effectief kan voorkomen.Het wordt vaak gebruikt voor de behandeling van acuut myocardinfarct en veneuze trombo-embolie.Opgemerkt moet worden dat heparine kan worden onderverdeeld in ongefractioneerde heparine en heparine met een laag molecuulgewicht, waarbij de laatste voornamelijk door subcutane injectie wordt toegediend.Warfarine kan voorkomen dat vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren worden geactiveerd.Het is een intermediair anticoagulans van het dicoumarinetype.Het wordt voornamelijk gebruikt bij patiënten na een kunstmatige hartklepvervanging, bij patiënten met een hoog risico op atriumfibrilleren en bij patiënten met trombo-embolie.Bloedingen en andere bijwerkingen vereisen nauwlettende monitoring van de stollingsfunctie tijdens medicatie.Nieuwe orale anticoagulantia zijn de laatste jaren relatief veilige en effectieve orale anticoagulantia, waaronder saban-medicijnen en dabigatran etexilaat;
2) Bloedplaatjesaggregatieremmers: waaronder aspirine, clopidogrel, abciximab, enz., kunnen de aggregatie van bloedplaatjes remmen, waardoor de vorming van trombus wordt geremd.Bij acuut coronair syndroom, ballondilatatie van de kransslagader en hoge trombotische aandoeningen zoals stentimplantatie worden aspirine en clopidogrel meestal in combinatie gebruikt;
3) Trombolytische geneesmiddelen: waaronder streptokinase, urokinase en weefselplasminogeenactivator, enz., Die trombolyse kunnen bevorderen en de symptomen van patiënten kunnen verbeteren.
2. Chirurgische behandeling:
Inclusief chirurgische trombectomie, kathetertrombolyse, ultrasone ablatie en mechanische trombusaspiratie is het noodzakelijk om de indicaties en contra-indicaties van een operatie strikt te begrijpen.Klinisch wordt algemeen aangenomen dat patiënten met secundaire trombus veroorzaakt door oude trombus, stollingsdisfunctie en kwaadaardige tumoren niet geschikt zijn voor chirurgische behandeling en behandeld moeten worden afhankelijk van de ontwikkeling van de toestand van de patiënt en onder begeleiding van een arts.